Dit lied wordt gezongen op de wijze van De Zilvervloot,
de tekst is geschreven door dhr. Wim Mersie.
In de groene codex is ons clublied terug te vinden op blz. 147 en in de rode Antwerpse codex op blz. 528
Heb je van de Aymie club al gehoord,
de club van de KVH?
Die hebben veel porren zoals het behoort,
daarvoor roepen wij ‘Hoera’!
Aymie, Aymie,
Aymie ge ziet ze niet,
in de les of op’t exaam (bis)
maar in de kroeg al te saam.
Maar in de kroeg, de kroeg al te saam,
maar in de kroeg al te saam.
Zegt ons die ’n baas van die goei staminee,
kom jongens ik geef een vatje!
Dan brullen we samen: da’s een goed idee!
En we zingen Io Vivatje.
Zijn we op ne cantus of op nen teedee,
dan zijn we niet meer te houden.
We dansen, we zingen, we drinken ons vol,
en we zullen ’t ons nooit berouwen.
Hebben we op’t eind van ’t jaar een buis,
dan zullen we er niet om treuren.
Dan zeggen we thuis: trek het u niet aan!
Zoiets dat kan gebeuren.
Verlaten we dan eindelijk de hogeschool,
dan begint pas het ware leven.
We keren terug als eeuwig student
om ons op cantussen uit te leven.